De regel van derden is een gemakkelijke manier om een interessante compositie te krijgen. Wanneer je je hoofd- en bij- onderwerpen zomaar op een willekeurige plek zet, of helemaal in het midden, dan loop je een grote kans dat je compositie saai of rommelig wordt.
Behalve bij het schilderen van bijvoorbeeld een Boeddha, is het plaatsen van je hoofdonderwerp in het midden sterk af te raden. Alles wordt hierdoor symmetrisch, statisch en weinig uitdagend voor de kijker Plaats je je onderwerp toch precies in het midden dan kan het een goed idee zijn om een sub-onderwerp op een bijzondere plek te zetten. Dit verbreekt de symmetrie en maakt de compositie spannender.
Een gemakkelijke hulp om een interessante compositie te verkrijgen is de regel van derden. Hierbij deel je je doek zowel horizontaal als verticaal in drieën. Op de kruispunten van de lijnen plaats je je hoofdonderwerpen. Maak je deze onderwerpen verschillend van grootte, dan geeft dat direct de illusie van driedimensionaliteit.
Bij bijvoorbeeld portretten is het een goede regel om één van de ogen precies op zo’n kruispunt te zetten. De mond kan dan vallen op de onderste lijn. Een portret dat niet in het midden staat is vaak veel interessanter dan een rechtlijnig symmetrisch portret. Ook het plaatsen van de horizon van een landschap of zeegezicht precies op het midden geeft een saaie compositie Vaak wordt daarbij gekozen om de horizon op één van de horizontale verdeel-lijnen te zetten.
Moet je deze regels altijd heel precies naleven? Nee, het is een leidraad en je mag er gerust een beetje naast zitten. Ook dit afwijken kan je compositie soms spannender maken. Naast de derdenregel bestaan er ook nog meer compositie verhoudingen zoals bijvoorbeeld de gulden snede.
Behalve in de schilderkunst, wordt de derdenregel ook veel toegepast in fotografie. Daarom is het een leuke oefening om eens wat goede foto’s te bekijken en te zien of je de derdenregel kunt ontdekken. Zeker ook in reclamefoto’s zal je deze regel vaak kunnen terugvinden.